Op elk moment straalt de zon meer energie uit dan wij met zijn allen gebruiken. Sterker nog, de aarde ontvangt in een uur tijd al meer zonne-energie dan we wereldwijd in een jaar gebruiken. Met zonnepanelen kan een deel van deze energie omgezet worden in stroom welke jij kunt gebruiken voor jouw elektrische apparaten. Maar hoe werkt dit?
Zonnepanelen zetten zonlicht om in elektriciteit. Dit heet het photovoltaïsch effect en daarom is de officiële naam voor een zonnepaneel ook ‘pv-paneel’. In de meeste pv-panelen wordt silicium gebruikt om elektriciteit op te wekken uit zonlicht. Dit gebeurt doordat de zonne-energie elektronen losmaakt in het silicium in de zonnecellen. Hierdoor ontstaat er spanning in een zonnecel, en door meerdere zonnecellen achter elkaar te schakelen gaat er stroom lopen door het zonnepaneel. Een zonnepaneel wekt gelijkstroom (DC) op. Om de stroom te kunnen gebruiken moet de gelijkstroom worden omgezet naar wisselstroom (AC) en op de juiste spanning gebracht (230 Volt in Nederland). Het apparaat dat de gelijkstroom omzet naar wisselstroom is de omvormer.
Zonnepanelen wekken dus stroom op door zonlicht. Hoe meer zonlicht op de panelen valt, des te meer stroom ze produceren. De zonnepanelen hebben niet per se direct zonlicht nodig: ook op een bewolkte dag zullen ze energie opwekken, maar uiteraard wel minder dan op een heldere dag.
Bij het zoeken naar informatie over zonnepanelen heb je vast gelezen dat het systeem zo sterk is als de zwakste schakel en dat dit op te lossen is met power-optimizers of micro-omvormers. Maar waarom is dit zo?
Wanneer een zonnepaneel in de schaduw ligt, valt er minder zonlicht op de zonnecellen waardoor er minder stroom wordt opgewekt. Veel zonnepaneleninstallaties zijn in serie geschakeld wat betekent dat de stroom van het ene paneel naar het andere paneel loopt, en dat tot het einde van de string. Wanneer er dan één paneel in de schaduw ligt en daardoor nauwelijks stroom doorlaat, beïnvloedt dit de productie van alle panelen in een string. Het paneel met schaduw bepaalt dus de prestatie van alle in serie geschakelde zonnepanelen. Een zonnepaneleninstallatie is dus zo sterk als de zwakste schakel. Dit kan voorkomen worden met power-optimizers of micro-omvormers. Je leest hier meer over bij omvormers.
Er zijn twee belangrijke zonnecel-typen te onderscheiden: monokristallijn en polykristallijn. Ofwel, “de zwarte en de blauwe” zoals veel mensen zeggen. Welk paneel het beste bij jou past, hangt af van jouw situatie en wensen.
Vaak kiezen particulieren voor monokristallijn zonnepanelen (zwart) omdat dit er mooier uitziet. Deze panelen zijn ook verkrijgbaar met een zwart frame en zwarte achterplaat. Deze panelen hebben nog een ander voordeel: de opbrengst van dit paneel is vaak hoger waardoor er maximaal rendement kan worden behaald op beperkte dakoppervlakte. Daarentegen zijn deze panelen vaak wel duurder dan polykristallijn panelen.
Mede door de lagere prijs worden polykristallijn zonnepanelen vaak gebruikt bij grote (zakelijke) projecten, platte daken of andere plekken waar het paneel niet of nauwelijks zichtbaar is, of wanneer de kleur van het paneel voor mensen niet belangrijk is.
Het maximale vermogen van zonnepanelen wordt uitgedrukt in wattpiek (Wp). Dit maximale vermogen wordt berekend in een testomgeving met veel licht. In Nederland zijn de omstandigheden minder ideaal, en daarom is de werkelijke opbrengst in kilowattuur (kWh) lager dan het maximale vermogen van de panelen in wattpiek. Vaak wordt een omrekenfactor gebruikt van zo’n 90% om de verwachte opbrengst in kilowattuur te bepalen.
Wij werken met zonnepanelen van A-merk zoals Trina Solar en Jinko. De nieuwste panelen met het hoogste WP vermogen en vaak minimaal 10 jaar garantie.
Benieuwd wat het beste is voor jouw situatie? We helpen je met persoonlijk advies, vraag een offerte aan en wij komen graag bij je langs.